438 4 AUGUSTUS 1933. Het geheele geval kan door een hoogere autoriteit worden bekeken en het heeft daarom thans geen zin in een raads vergadering daarover te spreken. De heer KROONE wijst er nadrukkelijk op, dat hij niet het recht om te interpelleeren aan de minderheid wil ont nemen. Hij is tegen deze interpellatie, omdat het effect nihil is. In de Tweede Kamer stemmen de socialisten ook wel tegen interpellaties, voorgesteld door de Communisten. De heer MABELIS onderschrijft alles door den Voor zitter en den heer Kroone gezegd. Hij verzoekt daarom den heer Haaiman de interpellatie bij de a s. begrootings- behandeling te houden. Indien de heer Haaiman niettemin prijs stelt op het houden van de interpellatie, zal Spr. hem dat niet beletten. De VOORZITTER begrijpt den heer Mabelis niet; medewerking verleenen aan een onnuttige interpellatie komt hem onjuist voor. De heer HAALMAN wijst er den Voorzitter op, dat een interpellatie alleen in zeer dringende gevallen geweigerd wordt. Spr. heeft met het eventueel beroep niets te maken; het gaat hier om het beleid van Burgemeester en Wet houders, waarop geantwoord moet worden, Het voorstel van den heer Haaiman tot het houden van de hiervóór bedoelde interpellatie wordt voldoende ondersteund, zoodat het door den Voorzitter in stemming wordt gebracht. Het voorstel wordt verworpen met 8 tegen 12 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 438