25 JANUARI 1933.
49
lastingen doet men dergelijke aanvragen ambtshalve in gun-
stigen zin af. Spr. neemt gaarne aan, dat men zich daar
soms genoopt ziet van den gewonen regel af te wijken, maar
dan zal men daarvoor wel andere beweegredenen hebben
dan in het onderhavige geval. Als men na afloop van den
daarvoor gestelden termijn reclameert, spreekt het vanzelf,
dat het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard; de on
billijkheid daarvan springt dan ook geenszins in het oog.
Burgemeester en Wethouders zijn niet bereid aan het verzoek
van den heer Van de Ven, om in deze een coulante
houding aan te nemen, te voldoen, integendeel, zij zullen
zich er wel voor wachten voortaan de verordeningen soepel
toe te passen; nog onlangs heeft men ten aanzien van de
winkelsluiting hen in dezen Raad daarover aangevallen.
De heer VAN DE VEN Het is toch bij de Rijksbe
lastingen inderdaad zoo, dat men, nadat de termijn voor
beroep verstreken is, zijn te veel betaalde belasting toch nog
kan terugkrijgen, ambtshalve.
De VOORZITTER Dan moest men dat ook bekend
maken
De heer VAN DE VEN zegt, dat zulks bekend is. Spr.
houdt vast aan zijn verzoek om het te veel betaalde school
geld alsnog ambtshalve te restitueeren.
De VOORZITTER: Ik heb zooeven al gezegd, dat
Burgemeester en Wethouders niet aan dat verzoek kunnen
voldoen U moet dan maar voorstellen de verordening op
dat punt te wijzigen.
De heer GRU1JS vraagt, of er niet in de verordening
staat, dat Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen
daarvan kunnen afwijken.