510 31 OCTOBER 1933. Den VOORZITTER komt het voor, dat hierover geen prae-advies noodig is. De vraag is namelijk gemakkelijk te beantwoorden: De Raad, noch Burgemeester en Wethouders, zijn bevoegd de aanvraag van Vroom en Dreesmann te wei geren uit hoofde van de overwegingen, welke adressante tot haar verzoek hebben geleid. Burgemeester en Wethouders zijn bij de kwestie van het al of niet verleenen van een drankverlof gebonden aan de daarop betrekking hebbende wettelijke bepalingen. Het ligt wettelijk niet op hun weg, de aanvraag om daarbuiten staande redenen te weigeren; het is dan ook ten eenenmale onmogelijk het verzoek van adres sante in te willigen. Spr. stelt voor, haar in dien zin te ant woorden. Daartoe wordt besloten. 13. Adres van de Afd. Breda van de R. K. Midden- standsvereeniging „De Hanze", verzoekende regelend en ordenend op te treden'ten aanzien van het zich vestigen van winkels en bedrijven in het Belcrumkwartier. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies. De heer VAN ARENDONK zegt het volgende: „Mijnheer de Voorzitter. „Gaarne wilde ik hierover wat in het midden brengen. Ik „zal zoo kort mogelijk zijn, maar hetgeen ik zeggen wilde, „deed ik gaarne vóór het uitbrengen van prae-advies over „deze aangelegenheid. „Ik heb van dit adres kennis genomen en het geeft mij „aanleiding tot tweeërlei opmerkingen. Ten eerste staat daar- „in: „dat voor Uwen Raad als voorbereidende maatregel een „schoone taak is weggelegd om bovenomschreven euvel eens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 510