22 NOVEMBER 1933. 551 „medewerking te verleenen voor de stichting van een u.l.o.- „school. „Deze medewerking zal kunnen bestaan in het beschik- „baar stellen van de voor de te stichten school benoodigde „lokalen benevens in het toestaan van gelden voor even- „tueelen aankoop en (of) verbouwing dier lokalen en voor de „eerste inrichting daarvan. „Het schoolbestuur wenscht, blijkens de aanvrage, de school „te vestigen in het schoolgebouw in de Kerkstraat, thans „voor gewone lagere school in gebruik. „Aangezien de gemeente echter zelf nog lokalen ter „beschikking heeft, wij denken b.v. aan lokalen in de voor- „malige school aan de Houtmarkt of in de school aan de „Middellaan, welke wellicht voor het beoogde doel zouden „zijn in te richten, zal door ons, in overleg met het school- .bestuur worden nagegaan, welke wijze van medewerking, „waarbij met wederzijdsche belangen zal zijn rekening te hou- „den, het meest aanbevelenswaardig is. „Wijl Uw College, ingevolge het bepaalde in art. 77 sub „2 der l.o -wet, de lokalen ter beschikking dient te stellen, „zullen wij U te zijner tijd omtrent het resultaat van het „gepleegd overleg mededeeling doen. „Wij hebben de eer U voor te stellen thans te besluiten „overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit." De heer MABELIS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Ik wensch bij deze aangelegenheid iets in het midden te brengen. Bij mij bestaat geen bezwaar tegen het verleenen van de gevraagde medewerking tot de stichting van een derde R.K. jongensschool voor uitgebreid lager onderwijs. Dat kan ook niet, omdat de aanvrage voldoet aan de bij de wet gestelde voorwaarden. Maar afgezien daarvan is er voldoende reden de stichting dezer school te billijken. Een eenvoudig onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 551