552 22 NOVEMBER 1933. zoek bij de bestaande R.K. jongens-u.l.o.-scholen doet zien, dat, om met het prae-advies te spreken, deze school inder daad in een behoefte zal voorzien. Maar, Mijnheer de Voorzitter, het moge op het eerste gehoor eenigszins eigenaardig klinken, juist in de klaarblijkelijke be hoefte, die er aan deze school bestaat, ligt voor mij eenbezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals het hier vóór ons ligt. Wat toch is het geval? De u.l.o-school in de Karrestraat is overbevolkt. Bij den aanvang van het loopende schooljaar moesten tal van aan vragen tot plaatsing worden afgewezen. Om zoovelen als maar mogelijk was te plaatsen, heeft men tijdelijke maatrege len genomen o.a. het in gebruik nemen van een onderwijs- zerskamer als klasselokaal die echter op den duur niet te handhaven zullen zijn Rekent men nu: le. dat voor de nieuw te openen school reeds 57 leer lingen zijn ingeschreven; 2e. met het bestaande teveel aan leerlingen op de u.l.o- school aan de Karrestraat, en 3e. met het feit, waarop ook in het prae-advies wordt gewezen, met den algemeen waar te nemen sterken toevloed van leerlingen naar de u.l.o.-scholen, dan is er geen bijzondere profetische geest voor noodig om te voorspellen, dat het leerlingenaantal op de te stichten u.l.o-school de honderd spoedig zal hebben overschreden. Met dezen te verwachten ontwikkelingsgang behoort rekening te worden gehouden. Nu heeft het Schoolbestuur besloten de school te stichten in het gebouw van de tegenwoordige lagere school aan de Kerkstraat. Naar mijn meening kan dat gebouw voor deze nieuwe school in het geheel niet in aanmerking komen Ik laat alle verdere overwegingen, ook die in het prae- advies daartegen aangevoerd, op het oogenblik buiten be schouwing. Maar alléén reeds de daar beschikbare plaats-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 552