22 NOVEMBER 1933, 553 ruimte is een onoverkomelijk bezwaar. Men krijgt daar de beschikking over 4 lokalen. De school is zoodanig ingebouwd, dat uitbreiding van dat aantal is buitengesloten, terwijl bij het bereiken van een leerlingental van 105, een aantal, dat, naar ik meen te hebben aangetoond, zeer spoedig zal worden bereikt, er reeds één leslokaal te weinig zal zijn. Noodge dwongen zal men dan moeten overgaan tot de stichting van een vierde jongens-u I.o -school Dit nu zal niet zijn in het belang van de Gemeente- en Rijksfinanciën. Nog kort gele den is. in het belang dier financiën, van achter de Regee- ringstafel een beroep gedaan op de voorstanders van het bijzonder onderwijs om, waar mogelijk, te komen tot combi natie van scholen. De onderbrenging van de te stichten school in het gebouw aan de Kerkstraat zal leiden tot versnippering van scholen en behoort ook daarom te worden vermeden. Mijnheer de Voorzitter. Het zou kunnen gebeuren, dat bij U en misschien bij anderen in den Raad de gedachte is gerezen, dat, wat ik tot nu toe heb gezegd, eigenlijk overbodig is te achten, omdat het behoort tot het overleg met het schoolbestuur, dat aan Burgemeester en Wethouders is opgedragen, en dat dezen bovendien in hun prae-advies reeds doen blijken aan een andere oplossing dan die, door het Schoolbestuur voor gestaan, de voorkeur te geven. Ik vertrouw evenwel, dat uit het verdere van mijn betoog blijken zal, dat tot recht begrip van datgene waarom het hier gaat, dit gezegd moest worden. Zooals ik reeds onder de aandacht bracht, geven ook Bur gemeester en Wethouders in het prae-advies blijk aan een andere plaats voor de op te richten school de voorkeur te geven boven die in de Kerkstraat. Maar er wordt toch ook nog de mogelijkheid opengelaten, dat ten slotte de keus op de Kerkstraat vallen zal. Ik meen te hebben aangetoond, dat, in het belang van het Rijk en de Gemeente, daarvan geen sprake mag zijn. Bur gemeester en Wethouders zullen daarover met het School bestuur gaan spreken Nu is het mij niet bekend, waarom het overleg, dat ingevolge artikel 77, le lid der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 553