562 22 NOVEMBER 1933. Daarbij komt, dat men kan verwachten, dat, bij een verlaging van de huurprijzen met slechts 25 cent per week, nog vele woningen zullen blijven leegstaan. De woningen in kwestie kunnen niet met normale arbeiderswoningen op één lijn wor den gesteld, zoodat te dien opzichte geen consequenties zijn te vreezen. De heer VAN DER VEN is het niet recht duidelijk, wat driekwartwoningen zijn. Hij zou dit gaai re vei nemen. Voorts verklaart Spr., in aanmerking nemende den slechten toestand, waarin de woningen verkeeren, zich wel met het voorstel van den heer M e ij v i s te kunnen vereenigen, mits de exploitatie-uitkomsten het toelaten. Wethouder VAN MIERLO vindt het wel heel eigenaar dig, dat men tot een dubbele verlaging der huurprijzen wil overgaan, terwijl de exploitatie-uitkomsten nog niet bekend zijn. Hij acht dit een sprong in het duister. Op de arbeiders woningen, welke de Gemeente exploiteert, wordt geen winst gemaakt, al komt zulks in het exploitatie-overzicht niet dui delijk tot uiting. Spr. geeft toe, dat men daarom abusievelijk geneigd zou zijn tot een tegenovergestelde conclusie te komen. Burgemeester en Wethouders, die evenzeer de aantrekke lijkheid der woningen in kwestie door huurverlaging willen bevorderen, zijn van oordeel, dat een verlaging van de huur prijzen met 25 cent thans wel te verdedigen is, doch dat een verlaging van 50 cent niet gemotiveerd is; wil men althans niet bevorderen, dat er jaarlijks een flink tekort op de exploi tatie zal zijn. Binnenkort komt de behandeling van de begroo ting voor het jaar 1934 aan de orde; men zal dan over nadere gegevens kunnen beschikken om de zaak nog eens te bezien, doch laat men dit alvast nemen. Den heer VanderVen deelt Spr. mede, dat men onder driekwartwoningen verstaat woningen, welke, in vergelijking met normale arbeiderswoningen, een meer beperkt aantal ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 562