568 22 NOVEMBER 1933. Spr. verzoekt, eventueele amendementen op het voorgestelde, vijf dagen vóór de raadsvergadering, waarin de zaak aan de orde zal worden gesteld, aan Burgemeester en Wethouders te doen toekomen. Hierop wordt besloten, de behandeling van dit voorstel aan te houden tot de vergadering, waarin ook het ontwerp-Ambtenarenreglement in behandeling zal worden genomen. 23. Rapport van de Raadscommissie tot het ontwerpen eener verordening regelende de pensionneering van wethou ders opgenomen als bijlage I achter de notulen van het verhandelde in deze vergadering)daarbij ter vaststelling aan biedende een ontwerp-verordening, regelende de gevallen waarin en de regelen naar welke aan gewezen wethouders der gemeente Breda en aan hun weduwen en weezen pen sioen wordt verleend. De VOORZITTER betuigt dank aan de Commissie voor haar werkzaamheden en uitgebracht rapport, waarvoor haar lof toekomt, en opent de algemeene beschouwingen over de ingediende ontwerp-verordening. De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Ik lees in het rapport der Raadscommissie: „De Wethouder „heeft voor zijn diensten aan de gemeente aanspraak op een „contra-prestatie van gelijke waarde als zijn diensten. Het „al of niet hebben van inkomsten uit anderen hoofde kan op „de waarde dezer diensten geen invloed hebben." Met deze zienswijze zal de Raad het zeker eens zijn, omdat, toen in den tijd van hoog conjunctuur in 1927 of 1928 Gedeputeerde Staten voorstelden om, als contra prestatie voor de diensten onzer wethouders, hun salaris te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 568