m
574
22 NOVEMBER 1933
bezoldigd, dan wordt toch weer een korting op het pensioen- gi
bedrag toegepast wegens cumulatie. a<
De Commissie heeft de mate van salaris en pensioen van n;
de wethouders te Breda vergeleken met die in andere v<
gemeenten van ongeveer gelijke grootte in Noord-Brabant. d<
Daarbij is gebleken, dat Breda, zoowel wat salaris als pen- d;
sioen betreft, aan den lagen kant is. Nu had de Commissie
al dit materiaal wel kunnen laten vermenigvuldigen om het
aan de raadsleden over te leggen, maar Spr, gelooft, dat dit |K
toch wel wat te veel gevergd zou zijn.
dc
De VOORZITTER merkt nog op, dat de heer Broos ge
heeft gezegd, dat de buitenwacht er wel anders over denkt
dan Spr. Die buitenwacht kan evenwel moeilijk over een
zaak als deze oordeelen. Een feit is het, dat de zaak, tot de
gewone proporties teruggebracht, hierop neerkomt, dat de
bestaande regeling wordt aangevuld met een bescheiden we
duwen- en weezenpensioen en dat het afloopend pensioen
kan worden verhoogd met 25%, waartegenover de korting
wegens cumulatie van het wethouderspensioen met andere
inkomsten uit openbare kassen staat, zoodat men toch OQ
bezwaarlijk kan spreken van ,,een schepje erop". De voor- de
stelling van zaken, door den heer Broos gewekt, is dan he
ook absoluut verkeerd. Spr. weet niet, of de heer Broos wc
minder juist bij anderen in de leer is gegaan; hij is niet in
gewend den heer Broos zoo te hooren spreken. zic
oo
De heer BROOS zegt, dat dit den eersten keer is, dat hij ha
hier de uitdrukking „een schepje erop" gebezigd heeft. Men da
moet dat echter niet te ernstig opnemen; het slaat op de in stc
art. 1 voorgestelde percentages. Spr. is nu eenmaal van mee- nie
ning, dat, al zou er alleen maar het weduwen- en weezen- hei
pensioen bijgekomen zijn, dit al een groote verbetering van
de pensioenregeling zou beteekenen.
De heer Haaiman zou gelijk hebben, als een wethouder
hier na zijn aftreden op straat kwam te staan, maar dit is j