578 22 NOVEMBER 1933. Dit voorstel wordt niet voldoende ondersteund, zoodat het geen onderwerp van behandeling kan uitmaken. De heer BROOS geeft daarop in overweging, in het tweede lid van dit artikel in plaats van ƒ37.50 te lezen 31.25. De heer KOOIJMAN vraagt, hoe de Commissie er toe gekomen is, het bedrag van het voortdurend pensioen te stel len op 150.per dienstjaar, terwijl Gedeputeerde Staten eischen, dat dit bedrag zal worden verlaagd tot 125.—. De heer VAN DE VEN verklaart, dat de Commissie dat bedrag heeft overgenomen uit de bestaande regeling. Welis waar heeft zij den eisch van de Gedeputeerde Staten breed voerig besproken, doch ten slotte toch gemeend het bedrag van 150.per dienstjaar te moeten handhaven. De heer MABELIS voegt hieraan toe, dat daartoe ook nog heeft geleid de omstandigheid, dat Breda, in vergelijking met andere gemeenten, aan den lagen kant is met het maximum- pensioenbedrag. Het voorstel van den heer Broos wordt niet voldoende ondersteund, zoodat het geen onder werp van behandeling kan uitmaken. Het artikel wordt daarop ongewijzigd goed gekeurd en vastgesteld. De artikelen 3, 4, 5 en 6 worden zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Artikelen 7 en 8. Den VOORZITTER komt het wenschelijk voor, even vast

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 578