588 28 NOVEMBER 1933. „vervroegde aflossing na 5 jaar en voorts onder de verder „doorde N.V. RotterdamscheVerzekering-Societeiten (R.V.S.) „met de geldneemster overeen te komen condities, vervat „in de aan dit besluit gehechte bijlage". De heer VISSER verklaart, dit voorstel niet zonder meer te kunnen aanvaarden. Aanvankelijk heeft het Sportfondsen- bad de hulp der Gemeente ingeroepen, ten einde zijn plan te kunnen verwezenlijken, doch nu de bouw van de inrichting tamelijk ver gevorderd is, komt men met een nieuw contract aandragen, waarbij de Gemeente zich alle rechten, welke zij zich bij haar optreden als borg had bedongen, ziet ontnomen. Spr. acht dit een zeer ernstig bezwaar. De heer VAN KEEP kan het bezwaar van den heer Visser deelen. Er zijn zelfs nieuwe voorwaarden in het contract geschoven, welke niet direct aan de borgstelling vastzitten. De VOORZITTER zegt, dat het voor het Sportfondsen- bad niet gemakkelijk zou zijn een anderen borg te vinden, als de Gemeente zich thans terugtrok. Het wordt hoog tijd, dat deze zaak tot oplossing wordt gebracht. Als men nu de redactie van het raadsbesluit, waarbij de Gemeente zich garant heeft gesteld voor de rente en aflossing der doorde N.V. Sportfondsenbad-Breda te sluiten geldleening, verduidelijkt wil zien, dan is dit omdat de geldschietster niet de kans wenscht te loopen, door nalatigheid van derden niets op de Gemeente te kunnen verhalen Burgemeester en Wethouders kunnen zich dat zeer goed indenken. Gevaar voor het niet-nakomen van de verplichtingen, welke het Sportfondsenbad jegens de Gemeente op zich genomen heeft, is, gezien ook de personen, met wie men te doen heeft, niet te duchten. Spr. dringt er dan ook bij den Raad op aan, het Sportfondsenbad niet in ongelegen heid te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 588