622 27 DECEMBER 1933. tegen het opnemen van winkels in nieuwe bouwplannen als wel tegen het ombouwen van bestaande woonhuizen tot win kels. Daartegen kunnen Burgemeester en Wethouders waken door toepassing van artikel 43 der Woningwet. Gaarne zou Spr, zien, dat het College zou trachten, langs dezen weg iets in de richting van het verzoek te bereiken. De heer VAN HOUTEN verklaart, in het algemeen in te stemmen met het prae-advies van Burgemeester en Wet houders, aangezien hij de meening is toegedaan, dat in een aangelegenheid als deze alleen het Rijk regelend en orde nend kan optreden. Spreker's partij heeft daarvoor reeds lang geijverd. Het kan nooit in het algemeen belang zijn, als de winkels elkander dood concurreeren. Sterke staaltjes zouden daarvan zijn op te noemen, doch Spr. wil zich beperken tot het noemen van den toestand in Gouda, waar zich in meerdere branches op de 8 tot 11 woningen een winkel bevindt. De Regeering zal op dit punt spoedig moeten ingrijpen en het zou daarom aanbeveling verdienen, als uit dezen Raad eenige aandrang op het Rijk werd uitgeoefend. Wethouder VAN MIERLO is het met de heeren eens, die gezegd hebben, dat er iets zal moeten gebeuren. De heer Van Houten wil aandrang uitoefenen op het Rijk, doch dat zal weinig effect hebben, aangezien de Rijksregeering met den toestand reeds volledig op de hoogte is. De heer Loon en wil zijn doel bereiken met artikel 43 der Wo ningwet, doch ook dat geeft geen oplossing. Art. 43 is gemaakt om te kunnen waken voor een zekeren welstand; voor het verkrijgen en behouden van een bepaald cachet van een straat of wijk. Maar het artikel is er zeker niet om daarmede het bouwen van winkels tegen te gaan, op grond dat er een teveel aan winkels zou komen, waardoor de middenstand geschaad wordt. Een bouwaanvrage, welke aan de eischen, gesteld in Woningwet en Bouwverordening, voldoet, kan niet worden geweigerd. Als het in de macht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 622