27 DECEMBER 1933. 626 Gedeputeerde Staten, zoodat het voornemen, een algemeene machtiging te vragen, toch kan worden ten uitvoer ge bracht. Burgemeester en Wethouders stellen dan ook voor, in de plaats van het op de agenda omschreven voorstel, aan het College een algemeene machtiging te verstrekken voor het aangaan van tijdelijke kasgeldleeningen in. het jaar 1934 tot een maximum bedrag van 500.000.-, tegen een rente, in clusief provisie en andere kosten, van ten hoogste 1 bo ven het promesse-disconto van de Nederlandsche Bank en den koers van niet lager dan 100%, een en ander onder de bepaling: a. dat rente en aflossing dezer leeningen zullen worden gevonden uit de gewone en zoo noodig uit de buiten gewone middelen der gemeente: b. dat de onderhavige leeningen vóór het sluiten van het dienstjaar 1934 ten laste van dien dienst zullen worden afgelost: c. dat de leeningen door Burgemeester en Wethouders worden afgesloten met den persoon of met de instel ling, welke het voordeeligste bod heeft gedaan: d. dat het besluit van Burgemeester en Wethouders, on der c. bedoeld, aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten wordt onderworpen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 40. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van de firma Victor Consael, om onderhandsche pacht voor een beignetkraam op de Oude Vest gedurende de kermissen van 1934, 1935 en 1936, voor den prijs van 1200.'— per jaar. Niemand der leden eenige bedenking heb bende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 626