27 DECEMBER 1933. 631 doofd, kan de gemeente op de uitgaven voor straatverlichting 10% besparen ofwel ƒ5400. Dit bedrag vertegenwoor digt reeds het grootste deel van de kosten, welke zijn ver bonden aan het toestaan van het verzoek der caféhouders. Spr. doet dan ook het voorstel, de straatverlichting per dag een half uur korter te doen branden. Aangezien dit voorstel niet voldoende wordt ondersteund, kan het geen onderwerp van be raadslaging uitmaken. Niemand verder eenige bedenking hebbende, wordt daarna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 42. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij ziging van de verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der Personeele Belasting, luidende als volgt: „Zooals wij reeds in ons schrijven d.d. 28 November 1933 „No. V/2937, begeleidende de gemeentebegrooting 1934, „hebben uiteengezet, maakt de financieele toestand dezer ge- „meente het noodig het aantal opcenten op de hoofdsom der „Personeele Belasting zoodanig op te voeren, dat een op brengst verkregen wordt welke overeenkomt met een ge middelde heffing van 150 opcenten op alle aanslagen. „De opbrengst dier belasting en van de daarop geheven „opcenten bedroeg, volgens van den inspecteur der Directe „Belastingen ontvangen opgaven: Boekings- Hoofdsom: Opcenten: gemiddeld tijdvak aantal opc. 1931/32 ƒ234.320.81 266.289.74 113.64 1932/33 233.575.31 265.753.46 113.77 „Over vroegere jaren zijn ons geen gegevens bekend. „Het gemiddeld aantal opcenten bij het bestaande tarief „(80-150) kan mitsdien gesteld worden op rond 113. Dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 631