638
27 DECEMBER 1933.
van de vroegere gewoonte om geen politieke beschouwingen
te houden.
Immers, deze crisis heerscht reeds geruimen tijd; wij heb
ben er mede te worstelen gehad gedurende de geheele thans
loopende zitting.
Burgemeester en Wethouders zijn voorgegaan bij het ne
men van bezuinigingsmaatregelen en wij hebben het College
daarbij gesteund, weliswaar meen ik ik spreek nu voor
mij persoonlijk -dat in een paar gevallen meer bezuinigd
had kunnen worden, maar ik zal daarover niet nakaarten.
Wij hebben gedaan wat wij kunnen of meenden te kunnen.
Maar als ik dan toch iets 't zal niet veel zijn wil
zeggen over den politieken toestand, dan is het omdat hier
in Nederland getracht wordt op politiek gebied te bereiken,
wat reeds elders bereikt is, de vestiging van een dictatuur,
in dezen zin, dat men den invloed van het volk, zooals deze
zich in de volksvertegenwoordiging uit, wil doen verdwij
nen; het parlementaire stelsel moet weg.
Mijnheer de Voorzitter, wij volksvertegenwoordigers, staan
niet meer in de gunst. En toch zijn er ooit revoluties ge
maakt om het stelsel van volksvertegenwoordiging ingevoerd
te krijgen.
Wat hebben wij dan toch misdaan, dat zooveel menschen
ons kwijt willen zijn?
Wij moeten toch wel aannemen, dat er iets verkeerd is,
als in Nederland nog 12 fascistische en nationaal-socialisti-
sche partijen zijn, en bovendien 3 nationaal-solidaristische, on
gerekend waarschijnlijk nog dat ook de communisten en som
mige socialisten ons graag een voetje zouden lichten.
Men ziet wel, in ons kleine landje zal er nooit gebrek
zijn aan leiders; terwijl Duitschland en Italië er één hebben,
kunnen wij reeds over 12 fascistische of nationaal-socialis-
tische beschikken, ongerekend nog de andere, die ik aanwees.
Gebrek aan welvaart kan er zijn, maar voor gebrek aan lei
ding behoeven wij nooit te vreezen.