640 27 DECEMBER 1933. depressieachtik het niet uitgesloten, dat het volk evenals elders naar een zondebok gaat zoeken. En als dan het stelsel van volksvertegenwoordiging, waaraan fouten kleven als aan elke menschelijke instelling, door welbespraakte volksleiders als de oorzaak van de misstanden wordt aangewezen, wat won der als dan het volk, dat niet tot in zijn onderste lagen tot juist en alomvattend oordeelen in staat is, dat stelsel wil af schaffen. Komt daar dan nog bij, dat groepen van personen, die vroeger het heft in handen hadden, gaarne de vroegere positie zouden herwinnen dat anderen, die het commandeeren en gehoorzamen ge woon zijn zonder dat met hen overleg wordt gepleegd en die met hun minderen ook geen overleg plegen, meenen dat zóó ook in het openbare leven gehandeld moet worden om succes te kunnen boeken; dat weer anderen, die ook reeds vroeger er het land aan hadden, dat speciaal arbeiders aan het bespreken van het algemeen belang mee deden, in het fascisme een middel meenen te zien om dezen uit te sluiten; dat weer anderen het nationalisme propageeren, waarvan de bestaande partijen maar weinig willen weten; dat nog anderen, en dat zijn er velen te keer gaan tegen de overmatige belastingen, die zij moeten opbrengen, dit toeschrijven aan het onverstand der huidige regeerders; dat groepen, die een belangrijk deel der bevolking uitma ken, snakken naar regeeringshulp, zonder dat deze hen be reikt; dan behoeft men zich niet te verbazen, dat velen tot een radicale verandering van het stelsel willen komen. Mijnheer de Voorzitter. Ik acht dit van geen belang voor hen, die lid zijn van Gemeenteraad, Provinciale Staten, IIe en Ie Kamer; daarmede zou ik althans geen rekening willen houden. Maar ik acht het wel van belang voor het volk zelf. Het kan toch voor menschen, die hun belangen begrijpen hun

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 640