648 27 DECEMBER 1933. worden aangekondigd in den vorm eener credietaanvraag, maar blijkbaar is dit de bedoeling niet. Het antwoord op het Centraal Rapport wijst een aantal werken van de hand om de kosten, om de tijdsomstandigheden. Het programma, dat vagelijk bestond, en hetgeen wij schertsenderwijze wel eens de millioenen-nota hebben ge noemd, kan niet worden afgewerkt En toch zou het voor het scheppen van werk voor vele arbeidslooze handen wensche- lijk zijn dat zulke werken konden worden uitgevoerd. Maar het gaat niet! Wij kunnen onze begrooting niet be zwaren met de rente en aflossingen van de benoodigde ka pitalen. Dat kan men alleen, als men het er niet zoo nauw mee neemt, of men de op zich genomen verplichtingen vol brengen kan. De zekerheid daarvoor hebben wij niet omdat wij niet weten wat de tijden nog brengen zullen en dan mo gen wij de kapitalen ook niet wagen. Ik meen. dat wij op dit gebied wat consciëntieuzer moeten zijn dan allerlei zedelijke lichamen en ook particulieren zich betoonen. Wat den gewonen dienst betre'ft, blijkbaar hebben Bur gemeester en Wethouders er zich toe gezet om ook de uit gaven daarvan te beperken. Uit allerlei aanwijzingen blijkt dat zij de sommen, die verschillende diensten gevraagd heb ben, zoo maar niet zonder meer in de begrooting hebben op genomen. Maar wij weten dit allemaal wel, dat kan in den regel slechts klein werk zijn. Zelfs als gevolg werd gegeven aan den wenk in het Cen traal Rapport, om voor 1934 geen hoogere uitgaaf toe te staan dan voor 1932 in werkelijkheid is gedaan en ik hoop, dat Burgemeester en Wethouders dat zullen doen, al bespreken zij dien wenk niet kan het te behalen resultaat slechts klein werk zijn. Groot werk zou gedaan moeten worden; men hoort dat wel eens: de helft van de politie afschaffen, bij openbare werken een aantal ambtenaren ontslaan, en dergelijke, maar zulke onse-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 648