658 27 DECEMBER 1933. voorkomen. Gaat het beleid van het College van Burge meester en Wethouders in deze richting, dan zullen wij dat steunen; oppositie om de oppositie is ons totaal vreemd. Maar gewaakt zal dienen te worden tegen de reactie, die juist in oogenblikken als deze haar kop opsteekt om van de omstandigheden geen „gebruik maar „misbruik'' te maken om de wijzers van den tijd zoover mogelijk achteruit te zetten. En al moet de beteekenis ervan geenszins worden over schat, het zou dwaasheid zijn te ontkennen, dat een zoo danig gevaar dreigt. Fascisme eenerzijds, communisme anderzijds steken hun grijpklauwen uit naar datgene, wat ons allen dierbaar moet zijn; het democratische onzer staats instellingen, ja, naar de democratie zelve. Wil dit gevaar afdoende worden bezworen, dan is het een gebiedende eisch, dat allen die de democratie liefhebben, dat allen, die prijs stellen op het behoud onzer democra tische staatsinstellingen zij het met behoud van eigen inzichten en beginselen de handen ineenslaan tot behoud en verdediging van dit erfdeel der vaderen. Gelukkig is ons land nog geen Duitschland, Rusland of Italië, waar men de ware democratie niet of bijna niet gekend heeft, en zul len wij met den „Vlaamschen Leeuw" kunnen zeggen: „Zij zullen het niet hebben". Maar dit neemt toch niet weg, dat waakzaamheid gebo den is tegen het extremisme, dat zoowel van links als van rechts steeds brutaler den kop opsteekt en wij hebben het in Duitschland ervaren zoodoende voor elkaar den weg effent. Mij is het onbegrijpelijk, dat vooral de middenstand zich zoo laat verlokken door het zoet gefluit van den fascistischen vogelaar. Het gaat den middenstand slecht. Dat valt niet te ontkennen; maar zoo dwaas te zijn heil te verwachten van het fascisme of zoogenaamd nationaal-socialisme, daar voor achtte ik den middenstand toch te verstandig. Heeft men daar niet eens de hand gestoken in eigen boezem en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 658