664 27 DECEMBER 1933. demonstratie plaats had, stapels biljetten zijn verspreid over den inhoud waarvan vele middenstanders, zelfs zij, die in den stoet medegingen, zich diep zouden hebben geschaamd? Waarom toen niet opgetreden en belet, dat Breda, als het ware onder deze schandlectuur werd bedolven? Ik verheug mij in het niet benijdenswaardig bezit van zoo n pamflet en ik moge U vergasten op een kort deel van den ihoud: „Eindelijk moet de middenstand kleur durven bekennen. „Slechts algeheele reorganisatie van staat en maatschappij, „het verbreken van de ketenen, waarin de Joden ons niet- „Joodsche volk geklonken hebben, zal Land en Volk van „een gewissen ondergang redden. Steunt ons in den strijd „voor een betere samenleving. Kapitalisme, Marxisme en „Jodendom zijn de drie gezworen kameraden, die ons volk „naar de slachtbank leiden, onze veestapel naar de gehakt molens van Sally Zwanenberg, de arbeiders tot het pau perisme brengen en den middenstand koelbloedig ver „moorden. Laat U niet verleiden door groepen en groepjes, „die een van deze drie „gezworen kameraden" uit puren „angst sparen. Helpt ons de Joden-knechtschap breken; „schudt van U af het Joodsche juk en vecht met ons voor „een nieuw vaderland „van vreemde smetten vrij" en „verder op de achterzijde: „De middenstand krepeert en de monstreertde Jood profiteert en floreert." Wordt hier niet op de meest schandelijke wijze opgeruid? Ik voel me ervan verzekerd, dat Uw geheele Raad zijn min achting zal uitspreken over eene zoodanige schrijverij. Maar onze verdraagzame bevolking zal zich zeker niet laten op ruien. Deze weet maar al te goed, wat het zeggen wil ver drukt te worden om der wille des geloofs. Is er niet eens een tijd geweest die heusch nog niet zoo heel veel achter ons ligt dat ook zij minder vrij en bovenal minder blij leefde op deze „plek, waar eens haar wieg op stond"? Neen, ik ben er van overtuigd, dat zij er niet in zullen slagen onze goede Bredasche bevolking op te zetten tegen het kleine deel, dat rustig en ongestoord leeft en werkt te midden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 664