27 DECEMBER 1933. 673 pensioenverhaal moeten komen. Misschien gedrongen door nieuwen nood der gemeentelijke schatkist en anders toch wel door den drang van hooger hand, waarop ik straks nog nader hoop terug te komen. Ik zou dan ook in deze omstan digheden de voorkeur geven aan een combinatie van pen sioenverhaal met salariskorting. Mijnheer de Voorzitter. De tijd is voorbij, dat wij behoeven te spreken van tijdelijke salariskortingen. Daarvan nog te blijven spreken is spelen met een woord, een toegeven aan een schijn, waaraan in wezen niemand meer geloofd. Ik zou daarom de volgende regeling willen voorstellen: De tijdelijke korting van 3% wordt omgezet in een defini tieve korting van 3%. Daarnaast worde toegepast een pen sioenverhaal van 3% voor eigen en 2]/^% voor weduwen- en weezenpensioen. Deze korting zal voor de gemeentekas het vereischte bedrag opbrengen. Het pensioenverhaal zal iets minder opbrengen door de vermindering van het totale salarisbe drag met 3%, maar daartegenover komt een bate door min der storting in het pensioenfonds door de gemeente over het zelfde bedrag. Voor de gemeente ligt er nog eenig voordeel in. Door deze regeling wordt over de geheele linie 6% gekort. Het verschil in de nieuwe op te leggen lasten tusschen de lagere en de hoogere inkomens wordt hierdoor wel niet geheel weggenomen, maar toch belangrijk gereduceerd. Daar naast wordt een begin gemaakt met het juiste beginsel van pensioenverhaal. Door te beginnen met een heffing van 3%, d.i. het maximum toegelatene, voor het eigen- en 2J^% voor het weduwen- en weezenpensioen wordt de overgang naar het algeheele pensioenverhaal meer geleidelijk gemaakt, waar door het aanpassen van de lagere inkomens daaraan wordt vergemakkelijkt. Er is Mijnheer de Voorzitter nog een andere reden waarom deze combinatie van salariskorting met pensioenver haal thans de voorkeur verdient.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 673