692 27 DECEMBER 1933. het indienen van protesten, daarmede is Spr. het eens, maar hij heeft toch gemeend hier op het een en ander de aandacht te moeten vestigen. Hij erkent, dat ook de daling van school gelden, belastingen en winstcijfers de moeilijkheden voor de gemeente vergrooten, maar hij is het niet met den heer Van d e V e n eens, dat deze begrooting feitelijk niet zou sluiten, omdat voor een bedrag van 40.000 uit de reserves dei bedrijven is geput, al is ook hij van meening, dat daarmede niet mag worden voortgegaan. Het is een maatregel om den overgang naar den hoogeren belastingdruk niet zoo groot te maken; er moet immers toch al 132.000 meer uit de belas tingen komen. Spr. zal nu nog een enkel woord zeggen over de kwestie van het pensioenverhaal. Het voorstel-K o o ij m a n doet aan lokkelijk aan, omdat het wat meer in de gemeentekas brengt, maar als men het beziet uit een bezuinigingsoogpunt, dan is het resultaat toch wel heel miniem. Spr. sluit zich aan bij het betoog van zijn ambtgenoot, den heer Van M i e r 1 o; ook hij acht het in het belang van de ambtenaren, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangeno men. De heer Mabelis heeft gezegd: „Als men nu geen salariskorting toepast, dan wordt dit straks van hoogerhand gelast," doch Spr, heeft van ambtenaren de meening ver nomen, dat het bekende rapport-S c h o u t e n voor sommige groepen van gemeente-ambtenaren eerder een verhooging dan een verlaging van salaris tengevolge kan hebben. Naar Spr.'s meening zal, bij beoordeeling van de salarissen der gemeente-ambtenaren, door het hooger gezag niet worden gevraagd: hebt U al salarisverlaging toegepast?, maar wel: hoe verhouden de salarissen van de ambtenaren Uwer gemeente zich tot die van het Rijk? Hetgeen de heer Mabe- 1 i s beweert, staat dus nog niet zoo heel vast, terwijl de ver plichting tot pensioenverhaal zeer zeker zal worden gesteld, misschien zelfs wel tot 10%. Het is daarom in het belang van het gemeentepersoneel, dat volgens het voorstel van Bur gemeester en Wethouders te werk wordt gegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 692