694 27 DECEMBER 1933. door de geweldige economische crisis heen zal komen en een der eersten gemeenten zal zijn, die weer een gunstige linan- ciëele positie zal innemen. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat in het voorstel van den heer Koo ij man staat, dat de kindertoeslag onver kort gehandhaafd zal blijven. Dit nu is in de practijk haast niet uitvoerbaar; het wordt een verschrikkelijke rekenarij. 'Men zal het in latere jaren, wanneer wellicht anderen op deze plaatsen zitten, onverklaarbaar vinden -en terecht dat iemand b.v. 5% kindertoeslag geniet volgens een loonbe drag van 26 86, terwijl hij dan 24.37 verdient. Men moet wel bedenken, dat pensioenkorting niet berekend wordt over den kindertoeslag; de kindertoeslag wordt genoten over het hoogere loon, zoodat ook de groote gezinnen met het voor stel van Burgemeester en Wethouders meer gebaat zijn. De VOORZITTER wenscht, na de redevoeringen van uit stekend gehalte, waaruit bleek, dat het beleid van Burgemees ter en Wethouders door de onderscheidene fracties in den Raad op prijs wordt gesteld, enkele opmerkingen te maken. De eerste betreft een steriotiep geval, namelijk de klacht dat de tijd voor de bestudeering van de begrootingsstukken te kort is geweest. Dit nu is ten deele juist. Men kan de behandeling van de begrooting wel verplaatsen naar het vol gende jaar, maar het is niet gewenscht. De afwerking der begrooting is door de nadere maatregelen der Regeering eenigszins vertraagd. Verder is de zaak vlug afgehandeld; het rapport van het afdeelingsonderzoek is snel uitgebracht en beantwoord. Uit de redevoeringen blijkt wel zeer duide lijk, dat de inhoud der stukken doeltreffend ter kennis van de leden is gekomen. Burgemeester en Wethouders zijn evenwel bereid -indien mogelijk de voorbereiding nog te bespoedigen. Spr. hoopt, dat dit punt het volgende jaar geen bespreking behoeft. Het tweede punt betreft de opmerking van den heer M a-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 694