696
27 DECEMBER 1933.
Ook hij acht den inhoud ervan zeer afkeurenswaardig en
beleedigend tegenover een bepaalde groep der bevolking.
Misschien zal het noodig zijn, ten einde herhaling van derge
lijke dingen te voorkomen, een colportage-verbod in hei
leven te roepen. Spr. hoopt evenwel, dat men den wenk ter
harte zal nemen; men heeft uit het hier gesprokene kunnen
opmaken, dat dergelijke handelingen allerminst welkom zijn.
Dan wil Spr. nog iets zeggen met betrekking tot hetgeen
opgemerkt is over de verhouding tusschen het Rijk en de
gemeenten. Spr. is het tot op zekere hoogte eens met degenen,
die zeggen, dat men de Regeering niet al te hard moet vallen
om haar maatregelen; immers, de Minister van Financiën heeft
voldoende aangetoond, dat het er met de geldmiddelen van
het Rijk ellendig voorstaat; loopt het met de Rijksfinanciën
mis, dan worden ook de gemeenten daarvan de dupe; wan
neer de gemeenten in last geraken, kan het Rijk nog helpen,
aldus was de gedachtengang van den Minister. Dit neemt
echter niet weg, dat de maatregelen der Regeering het Ge
meentebestuur voor groote moeilijkheden heeft gesteld, door
telkens op de bedragen, waarop nu eenmaal gerekend was,
in belangrijke mate te beknibbelen. Op die manier worden
gemeenten noodlijdend, die het anders niet geworden zouden
zijn. Spr. wijst in dit verband op enkele maatregelen van het
Rijk, die toch we! heel kras zijn en daarom zeer zijn te
betreuren.
Men heeft ingezien, dat men met het doen van kapitaals
uitgaven zeer voorzichtig moet zijn. Toch verdient het geen
aanbeveling te dien aanzien tot het alleruiterste te gaan. Men
behoort er namelijk voor te zorgen, dat Breda haar plaats
als woonstad in de rij der Nederlandsche gemeenten behoudt.
De attractie, welke zij als zoodanig uitoefent, moet gehand
haafd blijven door te zorgen voor de noodige ontplooiing.
Men bereikt dit niet door zich hoe langer hoe meer in een
keurslijf van bezuinigingen te rijgen. Sommigen meenen
bezuiniging te bevorderen door middel van een bezuinigings
commissie. In het centraal-rapport worden evenwel niet veel