698
27 DECEMBER 1933.
voor het pensioen van den ambtenaar, zijn weduwe en
weezen, maar over het brengen van een offer door het ge-
meentepersoneel. Welnu, als dit het geval is, dan moet ieder
ambtenaar daarin naar verhouding gelijkelijk bijdragen en
gaat het niet aan om zooals het voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot gevolg zal hebben juist de hoogere
salarissen minder te belasten. Het motief, dat Burgemeester
en Wethouders voor hun voorstel aanvoeren, dat vroeger
geen bijdrage werd gevraagd omdat het niet zoo noodig was,
kan Spr. niet aanvaarden; het is niet juist en niet logisch
Dit zou er op wijzen, dat men vroeger meer gaf dan als con
tra-prestatie noodig was en het zou zeker niet te verantwoor
den zijn geweest om, zooals de Raad vroeger gedaan heeft,
zware lasten op de burgerij te leggen en den ambtenaren en
werklieden meer te geven dan waarop zij recht hadden. Spr.
acht het voorstel van den heer K o o ij m a n het meest aan
nemelijk, omdat het billijk is degenen, die het 't beste dragen
kunnen, ook het meeste te laten betalen.
Dan is er nog iets. Burgemeester en Wethouder willen
verhaal voor pensioen toepassen op de salarissen van amb
tenaren, voor wie de gemeente premie verschuldigd is. Dit
is nu niet het geyal met de ambtenaren, die vóór 1 Mei 1913
in dienst der gemeente waren. Bij aanneming van het voor
stel van Burgemeester en Wethouders zullen er dus ambte
naren zijn, die niets behoeven bij te dragen. Daarin schuilt
een groote onbillijkheid; een offer moet door allen gelijkelijk
gebracht worden. Het komt er dus op aan, een zeker per
centage te korten op de salarissen van alle ambtenaren.
De heer HAALMAN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Gekomen aan de replieken, mag worden gezegd, dat men
het ons niet al te lastig heeft gemaakt. De Voorzitter der
R. K. raadsfractie heeft een geluid doen hooren, waarnaar
aan deze zijde met voldoening werd geluisterd, in het bij-