27 DECEMBER 1933. 699 zonder, toen hij zich richtte tegen het fascisme. Het moet van beteekenis zijn, dat vanuit de leiding der groote R. K. Staatspartij hier ter stede den fascisten duidelijk te verstaan wordt gegeven, dat men niet bereid is het oor te leenen aan de holle phrases, vol demagogie, waarmee slechts totaal ver blinden kunnen worden gevangen en wij voelen ons verheugd over de fiere wijze, waarop hij zich gekant heeft tegen elke dictatuur, van welken kant ook. Ook in zijn overige beschou wingen was veel het beluisteren ten zeerste waard en kon door ons volkomen worden onderschreven. Spijtig is het, dat de heer Van de Ven gemeend heeft toch nog een uitval te moeten doen naar onze partij, door te verklaren, dat vele der Regeeringsmaatregelen, welke ook door hem niet met instemming konden worden begroet, zouden zijn toe te schrijven aan het onjuiste beleid, dat in gemeenten, waar mannen der S. D. A. P, mede de leiding hadden, zou zijn gevoerd. Och ja, steeds heeft men gepoogd en de bur gerpers is daarin heusch niet nalatig geweest den socia- listischen gemeentebestuurders wanbeleid in de schoenen te schuiven. In het bijzinder in de groote gemeenten zou dit tot catastrophale gevolgen hebben geleid. Mijnheer de Voor zitter, de heer Van de Ven op deze tendentieuse be richtgeving afgaande is zoo tot zijn conclusie gekomen, waarvan ik durf zeggen, dat deze geheel onjuist is. Zie eens naar Rotterdam, dat de eerste groote gemeente in ons land is, waar de Raad van zijn recht tot het vaststellen der be grooting afstand heeft moeten doen. Daar zijn sinds eenige jaren de socialistische wethouders verdwenen. Mag de heer VandeVen ons verwijten, dat er in de S. D. A. P. zekere regeerders waren, die de belangen der arbeidersklasse al zeer eenzijdig behandelden, terwijl bij de laatste behandeling der Amsterdamsche gemeentebegrooting zijn politieke vrien den den Raad dwongen onder het Caudynsche juk van een allerengst partij-standpunt namelijk den kindertoeslag door te gaan en daarvan hun geheele houding ten aanzien van de begrooting afhankelijk stelden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 699