27 DECEMBER 1933.
717
Burgemeester en Wethouders het met dat denkbeeld niet
eens zijn.
Spr. stelt voor, het Veemarktbedrijf op te heffen.
De heer KUIJLAARS merkt op, dat de economische cri
sis een reden te meer moet zijn om de veemarkt in stand te
houden. Tengevolge van de crisismaatregelen van het Rijk
ziet men overal opbloei van het veemarktbedrijf, o.a. te Roo
sendaal is dit zeer sterk waar te nemen. Ook hier geven de
crisis-maatregelen aanleiding tot veel drukte op de veemarkt.
Er komen thans gemiddeld 40 a 50 koeien per week ter markt;
de boeren ontmoeten elkaar daar, zoodat de Bredasche vee
markt de wekelijksche verzamelplaats is van de veehouders
uit den omtrek. Al die drukte en dat vertier komen ten
goede aan de Bredasche neringdoenden. Spr. verklaart zich
op grond van het een en ander voor het doen voortbestaan
der markt.
De heer KROONE heeft zich ook afgevraagd, of het wel
gewenscht is het veemarktbedrijf in stand te houden. Er moge
een grond van waarheid zijn in hetgeen de heer K u ij 1 a a r s
zegt; het wil Spr. echter voorkomen, dat de veemarkt niet
groeien wil. Spr. toont dit met eenige cijfers aan. Het zou
dan ook alleen in verband met de crisismaatregelen der Re
geering zijn, dat men eenige opbloei kan verwachten. Dit
nu acht Spr. niet voldoende om het bedrijf voort te zetten.
Burgemeester en Wethouders wijzen het denkbeeld om het
veemarktterrein voor sportpark te bestemmen af, doch dan
kan men het toch evenals de heer Haaiman voorstelt
als bouwterrein exploiteeren. De lasten van het bedrijf
zouden daardoor wellicht kunnen worden opgeheven. Spr. is
derhalve voor afschaffing van de veemarkt.
De heer LOONEN heeft van deskundige zijde vernomen,
dat er nu eenmaal geen trek is naar de veemarkt. Spr. gaat
zoo langzamerhand ook voor afschaffing gevoelen. Hij vraagt