27 DECEMBER 1933. 725 geschiedt op zeer omzichtige wijze; de directie van Open bare Werken ontwerpt de wijziging, de Bouwcommissie onderzoekt haar en de Gezondheidscommissie werd er tot dusver over gehoord; eerst daarna neemt het gemeentebe stuur zijn beslissing, waarna Gedeputeerde Staten aan een en ander, nog hun goedkeuring moeten hechten. De verant woordelijkheid voor een zoodanige wijziging van het uitbrei dingsplan ligt niet bij den directeur van Openbare Werken, doch bij het gemeentebestuur. Wenscht men tegen een bepaald persoon te velde te trek ken, dan spreekt men beter daarover in besloten vergadering en dan moet men aantoonen, waarom er aanleiding tot klachten is. Zonder nadere aanduidingen nemen Burgemees ter en Wethouders het thans voor dien persoon op. De heer VAN KEEP zegt, dat het er hem volstrekt niet om te doen is persoonlijk te zijn. Het gaat er alleen maar om, dat niet alles op de schouders van den directeur van Open bare Werken wordt geschoven, waardoor dingen gebeuren, die niet juist zijn. Daarom zou hij hier gaarne een deskundige op stedebouwkundig gebied zien optreden, die van advies kan dienen in zaken, waarin Burgemeester en Wethouders en de Bouwcommissie van meening verschillen; vele zaken zouden dan niet zoo lang blijven hangen als nu. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat in de laatste jaren verschillende wijzigingen van het uitbreidingsplan door den Raad zijn vastgesteld. Nimmer heeft de heer V a n K e e p tegen die wijzigingen gestemd. Het doet Spr. dan ook onaan genaam aan, den heer Van Keep thans om een onpartij dig deskundige te hooren vragen, net alsof er nu partijdig te werk wordt gegaan, doordat de tegenwoordige, door den Raad benoemde deskundige in een zekere richting zou adviseeren. Wat de heer Van Keep wil, 'oeteekent niet het aanbrengen van een bezuiniging; op het oogenblik is zoo'n adviseur toch zeker niet noodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 725