738 28 DECEMBER 1933. De VOORZITTER antwoordt, dat dit vele oorzaken kan hebben, b.v. uitbreiding van diensten; bij de Politie is dit zeer zeker het geval geweest en bij andere diensten kan zich dat ook voordoen. Iedere nieuwe aansluiting wordt door Burgemeester en Wethouders onder de oogen gezien. Zonder verdere opmerkingen wordt de post goedgekeurd en vastgesteld. Volgnummer 397. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting. De heer MEIJVIS merkt op, dat, als in de memorie van antwoord gezegd wordt, dat de Nieuwe Haagdijk, de Haag- weg, het Frans Heijlaertsplein en de Van Vlietstraat sober verlicht worden tengevolge van de tijdsomstandigheden, men dat toch meten met twee maten kan noemen, daar de ver lichting in andere straten, vooral in de nieuwe stadswijken, veel beter is. De Loopschansstraat b.v. waar ook slechts één rij huizen staat, wordt aan twee zijden verlicht; iederen avond branden daar alle lantaarns. Vergelijkt men daarmede de Van Vlietstraat, den Nieuwe Haagdijk en het Frans Heijlaertsplein, dan komen die veel verlichting te kort. De heer EMMELKAMP vindt het antwoord van Burge meester en Wethouders ook niet redelijk. Zij erkennen daarin zelf, dat de verlichting van den Nieuwe Haagdijk sober is. Spr. acht het evenwel zeer noodig, ook in het belang, van de passeerenden en de marktbezoekers, dat die weg beter verlicht wordt. De heer VAN DER VEN zegt het volgende; Met genoegen, Mijnheer de Voorzitter, heb ik in het ant woord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal rapport gelezen, dat zij van meening zijn, dat de toestand aan den vijfsprong-Teteringenstraat verbetering behoeft. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 738