28 DECEMBER 1933. 741 Ten aanzien van de geuite verlangens constateert Spr., dat ieder voor zijn eigen parochie heeft gesproken. De heer M e ij v i s heeft gezegd, dat Burgemeester en Wethouders met twee maten meten. Dit moet soms weieens gebeuren daar, waar men te doen heeft met buurten, die van uiteen loopenden aard zijn. Het is dan wel eens noodig een anderen maatstaf aan te leggen. Spr. kent b.v. geen rustiger buurt dan de Van Vlietstraat. De Loopschansstraat daarentegen wordt gebruikt als doorgangsweg. De verlichting van den Nieuwe Haagdijk kan Spr. niet zoo slecht vinden. Er is gezegd, dat het daar zoo donker was gedurende de Zaterdagmiddagmarkt. Dit vloeide mis schien voort uit vrees, dat men daardoor maar wat in zijn handen gestopt zou krijgen. Spr. weet evenwel uit persoon lijke ondervinding, dat de verlichting daar behoorlijk is. De heer Van'der Ven heeft het nog eens weer gehad over de kwestie van de vluchtheuvels in de Teteringenstraat; hij trapte daarmede een open deur in, want Burgemeester en Wethouders hadden alreeds in hun memorie van antwoord te kennen gegeven, dat zij het op dit punt met den heer Van der Ven eens zijn. Men faalt weieens, vooral op dit gebied, waaromtrent zóo velerlei inzichten bestaan. Spr. gelooft, dat men het beste zal doen met daar één niet te kleinen, ronden vluchtheuvel aan te leggen. De heer VAN DER VEN merkt nog op, dat ook de vluchtheuveltjes met verkeerspaaltjes in de Korte Boschstraat en Rustlandstraat niet deugen; zij worden vandaag of morgen nog eens omver gereden. Met betrekking tot het verhoogde voetpad op den Nieuwe Haagdijk herinnert Spr. den Voorzitter aan diens toezegging, dat daar een verkeerszuiltje zou komen' De VOORZITTER antwoordt, dat aan den dienst van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 741