28 DECEMBER 1933. 745 Wethouder BRANTJES merkt op, dat de volksbadplaats geen zwem-, doch bad-plaats is, zooals de naam reeds aan duidt. Op z.g. topdagen is het daar inderdaad erg druk, maar in andere zweminrichtingen is het op zulke dagen ook niet altijd mogelijk te zwemmen. Op niet te drukke uren kan men in de volksbadplaats wel zwemmen. De tarieven van de zweminrichting „het Ei" zijn goed- kooper dan de heer C r u 1 beweert; neemt men een boekje van 10 coupons, dan komt de prijs van een bad op 15 cent. Wethouder VAN MIERLO onderschrijft, hetgeen de heer Brantjes heeft gezegd. Spr. veronderstelt, dat de heer C r u 1 op een zeer heeten dag is gaan kijken; het is dan in de volksbadplaats, evenals in andere zweminrichtingen, zeer druk. Laat men echter tevreden zijn met hetgeen in de laatste jaren hier op dit gebied is tot stand gekomen; er is thans heel wat meer zwemgelegenheid dan vroeger. Desniettemin wil Spr. weieens nagaan, of op een goedkoope manier aan het verlangen tot uitbreiding van de kostelooze volksbadplaats is te voldoen; de zweminrichting „Boeimeer" biedt nog ruimte genoeg daarvoor. De heer COHEN merkt nog op, dat de volksbadplaats indertijd niet is opgericht om kosteloos gelegenheid te geven tot baden, maar wel degelijk om te zwemmen. De post wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. Volgnummer 426a. Uitgaven ter zake van het Openbaar Badhuis. De heer COHEN betreurt het, dat nog steeds geen gebruik wordt gemaakt van de inrichting voor schoolbaden, hetgeen te wijten is aan de tegenwerking van de besturen der bijzon dere scholen. Spr. hoopt, dat de commissie, welke Burge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 745