74 9 MAART 1933. onderhandsche verhuring van de middenstandswoningen aan den Haagweg aan daarvoor in aanmerking komende personen. 2. Schrijven van de Gedeputeerde Staten voornoemd, dd 1 Februari 1933, G. no. 128, geleidende een afschrift van het Koninklijk Besluit van 12 Januari 1933. no. 34, waarbij goedkeuring is verleend aan het raadsbesluit van 8 Juni 1932, tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs op de Handelsavondschool. 3. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter kennisneming overleggende een rapport van het Accountantskantoor van H Sparrius, in zake opneming van boeken en kas van het Veemarktbedrijf op 11 Januari j.l. De VOORZITTER stelt voor, alle deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 4. Schrijven van het raadslid P. Haaiman, daarbij ter kennisneming overleggende het afschrift van een door hem met Burgemeester en Wethouders gevoerde briefwisseling over het verleenen van ontheffing van de bepalingen der Winkelsluitingswet. De heer HAALMAN zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. Er bestaat voor mij niet veel aanleiding om over het verloop dezer zaak, waarbij het College van Burgemeester en Wethouders ten overstaan van geheel Nederland er al erg bekaaid is afgekomen, nog veel te zeggen. Slechts een kort woord tot den Raad, die thans gezien heeft, hoe door het College een beroep is gedaan op het feit, dat hij het College blindelings volgende geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 74