750
28 DECEMBER 1933.
dier onbewoonbaar verklaarde woning voor onbepaalden tijd
te verlengen, waarop Burgemeester en Wethouders in hun
prae-advies afwijzend adviseeren. Ik zou willen vragen: Hoe
zit het nu daarmede, daar de termijn van ontruiming toch
1 jaar en 6 weken is. Als ik mij niet vergis, is zelfs het
plankje met de woorden: ,,onbewoonbaarverklaarde woning"
van bedoelde woning verwijderd. Kunnen Burgemeester en
Wethouders mij daarover ook eenige opheldering geven?
Wethouder VAN MIERLO weet, dat de heer Van der
V e n al meer dan eens in de bres is gesprongen voor het
onbewoonbaar verklaren van woningen, die minder geschikt
zijn voor bewoning. Spr. kan echter niet ontkomen aan den
indruk, dat de heer Van der Ven in zijn ijver te ver
gaat. De onbewoonbaarverklaring van krotwoningen is de
laatste jaren fiks aangepakt geworden. De verbetering der
woningtoestanden zit hem daarin evenwel niet alleen; er
gaan ook per jaar heel wat aanschrijvingen tot verbetering
van woningen uit. Die woningen worden dan weer in bruik-
baren staat gebracht. Men moet in deze ook denken aan
de bezitters van kleine huisjes en hen, als het maar even
door den beugel kan, niet berooven van de schamele inkom
sten, welke zij door die huisjes hebben. Spr. kan den heer
Van der Ven de verzekering geven, dat daarbij steeds
gewaakt wordt tegen onduldbare toestanden op dit gebied.
De verhuring van onbewoonbaar verklaarde woningen, o.a.
als pakhuis, neemt niet zoon vaart als de heer Van der
Ven denkt. Verhuring voor pakhuis levert geen bezwaar op,
tenzij voor lompenbewaarplaats of iets dergelijks, doch daar
tegen wordt dan ook gewaakt. Omtrent verwijdering van het
wettelijk voorgeschreven bord van de onbewoonbaar ver
klaarde woning Boschstraat no. 168 is Spr. niets bekend; de
zaak zal worden nagegaan. Het gezin, waarop de heer Van
der Ven doelt, ondervond ten zeerste de slagen van den
ongunstigen tijd, welken wij beleven, en kon niet direct een
andere woning krijgen; het gaat dan toch niet aan, het maar
zonder meer uit de woning te zetten.