28 DECEMBER 1933. 751 De heer VAN DER VEN zegt, dat het niet alleen de bewoners van dergelijke krotten zijn, die op die manier coulant worden behandeld, maar dikwijls ook de „huisjesmelkers", die die hokken aanhouden uit winstbejag Het is juist zijn bedoeling, dat laatstgenoemden flink worden aangepakt. In de Leuvenaar- en Akkerstraat zijn onbewoonbaar verklaarde woningen, welke reeds jaren leegstaan en er dientengevolge schandalig uitzien, Spr, zou die gaarne zien afgebroken. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat bedoelde woningen het eigendom van de bezitters blijven; de Gemeente heeft derhalve niet het recht om ze te doen afbreken. De algemeene beschouwingen over dit hoofd stuk zijn hiermede geëindigd. Hoofdstuk V wordt daarop ongewijzigd vast gesteld. HOOFDSTUK VI. OPENBARE WERKEN. De heer VAN KEEP zegt het volgende; Mijnheer de Voorzitter. Ik kan nog niet inzien het voor- en nadeel van het eene werk aan te besteden en het andere in eigen beheer te doen uitvoeren. In het antwoord op het centraal-rapport zegt men: „Timmer-, metsel- en schilderwerken worden onder eigen beheer het voordeeligst uitgevoerd.' Dit blijkt echter niet uit de aanbesteding van het loodgieterswerk, want wat ziet men bij het aanbesteden van dat werk? Hierbij schrijft een patroon in om een knecht te leveren tegen een uurloon van 45 cent, met inbegrip van de premie der sociale wetten; hij draagt dan de volle verantwoording bij eventueele ongelukken enz. Dit in aanmerking nemende, moet ik toch zeggen: het zou beter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 751