754
28 DECEMBER 1933.
aanbesteding vatbaar; kleine herstellingen b.v. leenen zich
daartoe niet; bij het Rijk ligt de zaak anders; daar worden
tevoren bekende onderhoudswerken, die één geheel vormen
aanbesteed.
De heer VAN KEEP zegt, dat de heer Van Mierlo
den indruk heeft gewekt, alsof het hierbij tegen den Direc
teur van Openbare Werken ging; dit was geenszins Spr.'s
bedoeling. Ook heeft hij niet beweerd, dat er bij den tegen-
woordigen gang van zaken iets aan den strijkstok blijft
hangen. Hij heeft zonder persoonlijk te willen zijn, in het
belang van de Gemeente gewezen op enkele technische
fouten, die er in de bestekken voorkomen. Dat de heer Van
Mierlo die fouten niet ziet, kan Spr, niet helpen; Spr.
geeft zijn meening over de bestekken, zooals hij het ziet.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat hij alleen heeft
doen uitkomen, dat de heer Van Ke e p op minder aange
name en minder juiste wijze over den dienst van Openbare
Werken had gesproken.
De algemeene beschouwingen over dit hoofd
stuk zijn hiermede geëindigd.
Volgnummer 457. Onderhoud van straten en pleinen.
De heer VAN DER VEN vestigt de aandacht op den
toestand, waarin het zuidelijk gedeelte van den berm van
den Bredascheweg tot no. 57 verkeert; het is daar een ware
modderpoel, welke veel hinder veroorzaakt aan de omwonen
den. Spr. zou daarom gaarne zien, dat bedoeld weggedeelte
werd bestraat, desnoods met oud-materieel.
Vervolgens merkt Spr. op, dat de nieuwe, smalle straat
naambordjes in de buitenwijken ernstig bezwaar opleveren
om zich te oriënteeren. Hij verzoekt daarom, weer straat
naambordjes van de oude afmetingen te doen aanbrengen.