28 DECEMBER 1933.
7 55
De heer KROONE deelt mede, dat de opmerking, voor
komende in het centraal-rapport over bestrating van het
pleintje van de Tulpenstraat, niet van hem afkomstig is. Het
is hem niet duidelijk, welk pleintje wordt bedoeld. Bedoelt
men daarmede de vakken, welke in de bestrating van de
Tulpenstraat zijn opengelaten voor eventueele beplanting,
dan is Spr. het er mede eens, dat die toestand onhoudbaar
is. Spr. dringt er op aan, daarin op de een of andere wijze
te voorzien.
Wethouder VAN MIERLO is met den heer Kroone
van meening, dat, aangezien er in de Tulpenstraat geen
pleintje is, de bewuste opmerking waarschijnlijk zal slaan op
de open vakjes, welke in de trottoirs zijn opengelaten. Die
vakjes zullen te zijner tijd worden voorzien van een eenvou
dige beplanting.
Den heer Van der Ven kan Spr. mededeelen, dat de
kwestie van de bestrating van den Bredascheweg hopelijk
binnen afzienbaren tijd zal worden opgelost op een voor de
bewoners bevredigende wijze.
De smalle straatnaambordjes is niets bijzonders; in
Amsterdam ziet men ze overal. Voor iemand met normale
oogen kunnen zij geen bezwaar opleveren.
De heer KROONE verwacht niet veel van het aanbrengen
van beplanting in de open vakken van de bestrating der Tul
penstraat; hij vreest namelijk, dat die beplanting door de
straatjeugd beschadigd zal worden en acht het daarom beter,
de open vakken te doen aanvullen met steenen.
De post wordt daarop goedgekeurd en vastge
steld.
Volgnummer 458. Onderhoud van wegen en voetpaden.
De heer GRUIJS brengt in herinnering, dat hij verleden
jaar, bij de behandeling van de gemeente-begrooting, heeft
aangedrongen op het tot stand komen van een afdoende regc-