28 DECEMBER 1933. 759 Volgnummer 466. Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken. De heer VAN KEEP dringt aan op het in orde brengen van de singels. Hij geeft in overweging, de taluds minder glooiend te maken en de beschoeiing met rijshout te doen versterken; een en ander ware in werkverschaffing uit te voeren. De VOORZITTER zegt, dat hetgeen de heer Van Keep wenscht, veel kosten met zich medebrengt; het kan niet in werkverschaffing worden uitgevoerd. De heer VAN DER VEN wijst er op, dat de kaaimuur aan de Nieuwe Prinsenkade op verschillende plaatsen ver zakt. De VOORZITTER antwoordt, dat die klacht te bevoeg- der plaatse zal worden overgebracht. De heer CRUL heeft in het gemeenteverslag gelezen, dat er een studiecommissie is ingesteld voor het vraagstuk van de vervuiling van het Mark-water. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of het rapport dier commissie al is ingekomen. Wethouder VAN MIERLO: Neen, maar al was dit wèl het geval, dan nog zou het onder de huidige omstandig heden niet uitvoerbaar zijn, aangezien het bij de definitieve oplossing van dit vraagstuk om een millioenenkwestie gaat. De post wordt hierop goedgekeurd en vast gesteld. Hoofdstuk VI wordt vervolgens ongewijzigd vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 759