762
28 DECEMBER 1933.
toe, dat de bevordering van de lichamelijke opvoeding der
jeugd niet geheel aan particuliere vereenigingen kan wor
den overgelaten; dit is hier trouwens ook niet het geval;
de ongunst der tijden vormt echter een beletsel om meer op
dit gebied te doen, hoezeer het ook wenschelijk ware.
Ten slotte merkt Spr. op, dat de Gemeente aan het Sport-
fondsenbad niets heeft ten koste gelegd; het is onjuist die
voorstelling te wekken.
De post wordt daarop onveranderd goedp-
gekeurd en vastgesteld.
Volgnummer 118. Schoolgelden hooger onderwijs
De heer VAN DE VEN herinnert er aan, dat hij ver
leden jaar in het centraal-rapport een opmerking heeft
gemaakt over de wenschelijkheid van het gelijkstellen van het
schoolgeld voor de leerlingen van het Gymnasium met het
schoolgeld voor de Rijks Hoogere Burgerschool en het R.K.
Lyceum. Nu begrijpt Spr. natuurlijk wel, dat Burgemeester
en Wethouders niet direct gevolg daaraan kunnen geven,
maar zij hadden de toezegging gedaan, dat de zaak onder
zocht zou worden, en daarom had Spr. verwacht, dat dit nu
zou zijn gebeurd. Het spijt Spr. ten zeerste, dat dit niet is
geschied. In de nieuwe schoolgeldregeling voor het Lyceum
zitten een aantal mooie factoren, welke niet te vinden zijn
in de schoolgeldregeling voor het Gymnasium en zoo zijn er
vele redenen om die zaak ernstig te overwegen. Spr. ver
zoekt Burgemeester en Wethouders dan ook met nog meer
aandrang dan het vorige jaar, deze aangelegenheid ter hand
te nemen en het daar heen te sturen, dat de nieuwe tarieven
het volgend schooljaar kunnen worden ingevoerd.
Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat eerst in
Augustus van dit jaar de nieuwe schoolgeldtarieven voor de
R.H.B.S. zijn verschenen. Wellicht is er aanleiding om de