28 DECEMBER 1933. 765 2. ONDERSTEUNING AAN WERKLOOZEN. De VOORZITTER merkt op, dat de inkomsten-cijfers van deze paragraaf veranderd zullen moeten worden in ver band met de door het Rijk aangekondigde vermindering der Rijksbijdrage. Spr. verzoekt den Raad namens Burgemeester en Wethouders machtiging om de daardoor noodig geworden wijzigingen in de onderscheidene posten aan te brengen. Zonder eenige bedenking wordt de gevraagde machtiging verleend. Volgnummer 734. Werkverschaffing aan werkloozen. Den heer MEIJVIS heeft het verheugd, dat Burgemeester en Wethouders, blijkens hun memorie van antwoord, met grooter plannen tot werkverschaffing hopen te komen. Spr. denkt daarbij aan het bouwrijp maken van den Boeimeer- polder en de uitdieping van de singels. Dit zijn werken, welke aan beide zijden nut afwerpen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders zich, ook blijkens hun antwoord op een desbetreffende vraag in het centraal rapport, daarmede ver eenigen. De Boeimeerpolder zal zoo spoedig mogelijk tot ontwikkeling worden gebracht. Wethouder VAN BUITENEN deelt mede, dat in het begin van het volgende jaar werkloozen bij het Staatsbosch- beheer te werk kunnen worden gesteld. Spr. neemt deze gelegenheid te baat om den Raad te vragen, of hij daarmede accoord gaat, omdat daarmede uiteraard geld is gemoeid. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt de gevraagde machti ging verleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 765