b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; 90 9 MAART 1933. 26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op een aanvraag van P. J. Mol om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van winkel panden op den hoek van de Van Voorst tot Voorststraat en de Pauwstraat en op den hoek van de Van Voorst tot Voorststraat en de Speelhuislaan. Zonder eenige bedenking wordt besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; c. dat, ter voldoening aan artikel 6 der Woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worden aangeboden; d. dat, wanneer binnen negen maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ont heffing vervalt. 27. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op een aanvraag van de Gebrs. Luijten om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het verbouwen van een werkplaats op het perceel Oranjeboomstraat no. 36.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 90