10 2 FEBRUARI 1934. len om het evenwicht in de begrooting te handhaven en den belastingbetaler te ontzien beperking van den schuldenlast der gemeente noodzakelijk achten. De bespreking van de begrooting ligt kort achter ons; der halve nu geen financieele overpeinzingen. Wel iets over een der factoren, die het geldelijk beheer zoozeer bemoeilijken, te meer nu het Rijk daarbij den verwachten steun plotseling zoo zeer inkromp. Een enkel cijfer moge de verhouding van het werkloos heids- en steunvraagstuk, thans tegenover een jaar geleden, in het licht stellen. Op 31 December j.l. waren ter beurze 1962 werkzoekenden ingeschreven tegenover 1615 op 31 December 1932. De sterke stijging zal wel een speciale reden hebben gehad in de vorst periode, waardoor de jongste maand December zich bijzonder kenmerkte. Want de toestand is op dit gebied toch wel minder ongunstig, dan die cijfers oppervlakkig zouden doen denken; immers was in den loop van het jaar het totaal ingeschreve nen ruim 800 minder dan in 1932 en waren de aanvragen van werkgevers en de plaatsingen iets gunstigers. Toch kan van verbetering van den toestand niet worden gesproken, slechts kan er eenig vertrouwen bestaan, dat deze niet ver ergert. Geen verbetering blijkt uit de toeneming van het aan tal leden der werkloozenkassen van 3749 ten vorigen jare tot 3937 thans. Indien het totaal bedrag der uitkeeringen onge veer 7000.lager was, en het subsidie ten laste der gemeente, dat in 1932 ruim 53000..bleek te bedragen, even zeer met enkele duizenden verminderde, dan is dit een gevolg, niet van meer gunstige omstandigheden, doch van de noodzakelijkheid voor sommige werkloozenkassen het aantal uitkeeringsdagen te verkorten en van overgang van dubbel- uitgetrokkenen naar de steunregeling. Wat deze laatste betreft, zijn de uitgekeerde bedragen wederom enorm gestegen en wel met meer dan 100.000. Ongeveer ƒ360.000.— werd in 1933 uitgekeerd; ter verge lijking breng ik de vorige jaren in ronde getallen in herinne-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 10