114 9 MAART 1934. „ondernemingen in het goedkoope tarief, waartegen vervoerd „wordt. ,,De Commissie heeft gemeend een oplossing te kunnen „vinden door voor te stellen bijgaande artikelen 44 t/m 44 „quinquies in de Algemeene Politieverordening te doen op- „nemen. „Met de Commissie is ons College van meening, dat het „toenemende snorren niet gewenscht is, noch voor het pu- „bliek, noch voor het verkeer, noch voor de openbare mid- „delen van vervoer. „Tegen het snorren kan aan de hand van het bestaande „artikel 44 der A. P. V. nauwelijks worden opgetreden, om- „dat het uiterst moeilijk valt het op grond van dit artikel ge vorderde bewijs te leveren. „Een andere oplossing zal dienen te worden gezocht, waar- „bij wij ons kunnen aansluiten bij het voorstel der Commissie, „neergelegd op bijlage dezes. In artikel 44 onder a. wordt „verboden het standplaats innemen of het rijden met een „motorrijtuig op den openbaren weg ten einde dit te ver buren, „Onder b. is geregeld het tegenwoordig herhaaldelijk voor- komend geval dat men op den openbaren weg een taxi aan biedt, terwijl het motorrijtuig op dichtbij gelegen particulier „terrein wacht. „Onder c. is verboden het vervoeren van het publiek langs „den openbaren weg tegen betaling. „Echter kan ons College vergunning verleenen: „a. tot het innemen van een standplaats. Als deze is ver- „leend dan is de houder ontslagen van de verbodsbepalin gen van art. 44. Tot heden is slechts standplaats verleend „aan een vervoermaatschappij voor in totaal 10 wagens. Dit „aantal moet te weinig worden geacht. Het voornemen be- „staat het aantal plaatsen waar standplaats kan worden inge komen in genoegzame mate uit te breiden en deze over de „verschillende taxi-ondernemingen te verdeelen. „b. tot het mogen vervoeren van publiek tegen betaling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 114