116
9 MAART 1934.
„stad en des zomers op de Baronielaan. De opzet met dit
„artikel beoogd, mag als geslaagd worden beschouwd.
„Sindsdien is echter gebleken, dat het euvel en de over-
„last van het venten in de heele gemeente hand over hand
„toenemen. Naast vele ingezetenen, venten tal van niet-inge-
„zetenen, als Italianen, bewoners van St. Willebrord, Sprun-
„del e.o., tijdelijk in Breda vertoevende logementsgaslen,
„woonwagenbewoners e.a.m., welke laatste categorieën zich
„meermalen aan verkapte bedelarij schuldig maken. Voorna-
„melijk wordt gevent met geringe koopwaren, terwijl overigens
„ijs, fruit en bloemen gezochte artikelen zijn. Met het oog
„op de huidige tijdsomstandigheden mag verwacht worden,
„dat de overlast eer toe- dan afnemen zal.
„Het huidige artikel 30 geeft tegen het hier gesignaleerde
„euvel geen voldoende wapen, indien althans bedoeling en
„draagwijdte van dit artikel niet buiten proportie worden uit
gebreid.
„Het lijkt ons gewenscht een algeheel ventverbod voor
„deze gemeente vast te stellen. Dit verbod zou kunnen wor-
„den opgenomen in den vorm als op bijlage dezes als nieuw
„op te nemen artikel 30 der Algemeene Politieverordening is
„geredigeerd.
„Hierin is voorzien: een algeheel- verbod voor venten met
„andere waren dan gedrukte of geschreven stukken. Voor
„deze waren is een vergunning van ons College noodig. Wij
„stellen ons voor, deze vergunningen in passende mate te
.verleenen en aan het meerendeel dier vergunningen als
.voorwaarde te verbinden, dat niet gevent mag worden in
,den zomer op de Baronielaan en tijdens de kermis in de
.binnenstad, een materie, die tot heden in het bestaande arti-
,kel 30 der A. P. V. geregeld is, welk artikel derhalve na
,het invoeren dezer nieuwe regeling zal kunnen vervallen.
„Voor het venten met gedrukte en geschreven stukken is
,geen vergunning noodig. Voor dit venten behoort dus de
.regeling van het huidige artikel 30 in de verordening zelve
