9 MAART 1934. 118 in enkele straten en op zekere dagen en uren, b.v. des Zon dags op de Baronielaan. Spr, gelooft niet, dat hiermede af breuk wordt gedaan aan de vrijheid van drukpers. De heer HAALMAN heeft geen bezwaar tegen het treffen van maatregelen tegen den huidigen ongeordenden toestand van het venten, maar het heeft zijn aandacht getrokken, dat het College gemeend heeft het ventverbod van 12 juni j.l. te moeten uitstrekken tot het verspreiden enz. van gedrukte stukken. Spr. vraagt zich af, of dat wel noodzakelijk is, aan gezien daaraan belangrijke consequenties vastzitten; de post b.v. verspreidt niet alleen brieven, maar ook gedrukte stuk ken (reclames, circulaires e.d.). Als men nu de bewuste be paling letterlijk opvat, dan zou de post dat op de door Bur gemeester en Wethouders vast te stellen dagen en uren ook niet meer mogen doen. De vrijheid van drukpers is in de Grondwet gewaarborgd; men moet daarom voorzichtig zijn met het maken van beperkende bepalingen op dit gebied. Gaat de Raad nu daartoe Burgemeester en Wethouders mach tigen, dan moet hij maar afwachten, hoe dezen hun taak zullen opvatten. Spr. voor zich meent, dat de Raad zich tweemaal moet bedenken alvorens zijn verordenende be voegdheid in deze uit handen te geven. Er wordt den laat- sten tijd toch al genoeg aan de bevoegdheden van den Raad getornd door boven hem staande organen, zoodat dat college beter doet met het kleine beetje, dat hem nog gelaten is, aan zich te houden. Spr. kan er zich desnoods bij neerleggen, dat de Raad die bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders afstaat, mits de wijze, waarop Burgemeester en Wethouders deze aangelegenheid denken te regelen, te voren aan den Raad bekend zij. Spr. stelt derhalve voor: le. het woord „ver spreiden"' in art. 30 sub b te schrappen, niet alleen wegens de mogelijke consequenties, maar ook omdat het verspreiden van drukwerken geen aanleiding kan geven tot verstoring van de openbare orde, het veilig verkeer enz., bovendien zouden politieke vereenigingen daarvan nadeel kunnen onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 118