2 FEBRUARI 1934. 11 ring: 1930: ƒ22.000.-; 1931: ƒ70.000.-: 1932: ƒ254.000.-. De U bekende en veel besproken Regeeringsmaatregel heeft den last' voor de gemeente, daaruit voortvloeiend, welke in 1932 ruim 180.000.— bedroeg, pijnlijk opgevoerd; de afre kening kon nog niet een juist cijfer brengen; het is aan te nemen, dat die last in 1933 meer dan ƒ220.000.bedragt. Buiten de uitkeering wegens steunregeling, voor zoover aan het Burgerlijk Armbestuur opgedragen, verstrekte deze instel ling in 1933 aan bedeeling in geld en in natura ruim 144.000.-, hetgeen ƒ50.000..meer is dan in 1932, en 110.000.meer dan in 1931. Ingevolge werkverschaffing werd rond 63.000.aan loonen uitbetaald; het is te verwachten, dat daarvan gelijk het vorige jaar 30.000.— ten laste der gemeente blijft. Dat naar uitbreiding van economisch te rechtvaardigen werkver schaffing moet blijven gestreefd, zal een ieder met ons eens zijn. Resumeerend komt men voor gemelde steunfactoren, voor zoover de gemeente er door wordt bezwaard, tot de volgende vergelijking: Dat zoo stijgende bedragen noodig zijn, stemt tot bezorgd heid voor onze openbare kas, maar dit gevoel wordt over stemd door medegevoel met de talrijke werkwilligen, in wier kommervolle omstandigheden aldus moet worden tegemoet gekomen. Het spreekt van zelf, dat de erbij betrokken gemeentelijke diensten hierbij een niet te lichte, veelal ondank bare taak hebben te vervullen; die taak eischt scherp toezien, onderscheidingsvermogen. Voor de wijze, waarop die taak wordt ter harte genomen, past een woord van bijzondere waardeering. uitkeering werkloozenkassen steunregeling bedeeling Burg. Armbestuur loonen werkverschaffing 1932 1933 53.000.- 50.000.- 180.000.— 220.000.— 94.000.— 144.000.— 30.000.— 30.000.— Totaal ƒ357.000.— ƒ444.000.—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 11