9 MAART 1934. 123 „Mitsdien uitgaande van de in 1932 bereikte aantallen, „zijnde rond 2200 en aannemende dat door de verhooging „der rechten dit aantal zal dalen tot rond 1500, kan de meer- „dere opbrengst gesteld worden op rond 1500 X 1.50 0.40) 700 X 0.40 is rond 1320.-. In werkelijkheid zal de opbrengst hooger zijn, aangezien „hierbij geen rekening is gehouden met de heffing van 2.25. „Ten slotte moge hieraan nog worden toegevoegd, dat ook „andere gemeenten tot deze verhooging zijn overgegaan. Ad 3. „Voor een hinderwetsvergunning is thans verschuldigd 0.80. In verband met het omvangrijke werk, aan het af- „geven van deze vergunning verbonden, is dit bedrag veel „te laag te achten. Een verhooging tot 5„hetgeen een „gemiddelde is van wat in andere gemeenten wordt gehe- „ven, is billijk. „Afgegeven worden omstreeks 80 vergunningen per jaar „zoodat de meerdere opbrengst op rond 300.gesteld kan „worden. Ad 4. „Met de aanvragen en uitreiking van nummerbewijzen inge- „volge de Motor- en Rijwielwet heeft de gemeente vele be moeiingen. Tot heden werden deze diensten kosteloos ver- „leend. Alleen wordt geëischt, dat bij de aanvrage wordt „overgelegd een bewijs van inschrijving in het bevolkings register, waarvan de legeskosten 0.25 bedragen. „Waar in andere gemeenten voor bovenstaande bemoeiïn- „gen 1.in rekening wordt gebracht,, kan dit bedrag ook „hier worden aangehouden, echter met dien verstande, dat „daarop billijkheidshalve in mindering wordt gebracht de „hiervoor vermelde legeskosten ad 0.25. „Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen voor „bovengenoemde diensten te heffen een recht van 0.75. „Afgegeven worden omstreeks 800 nummerbewijzen per „jaar, zoodat de opbrengst op 600.per jaar kan worden „geraamd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 123