9 MAART 1934.
125
De heer HAALMAN verzoekt de behandeling van dit
voorstel aan te houden tot een volgende vergadering, omdat
de tijd voor de bestudeering ervan te kort is geweest.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat dit voorstel
reeds geruimen tijd bij de ter lezing liggende stukken is ge
voegd geweest; de tijd voor bestudeering ervan is dus niet
zoo kort geweest als de heer Haaiman beweert. Ging men
nu diens verzoek inwilligen, dan zou men zijn doel voorbij
schieten, daar de voorgestelde legesbedragen gepubliceerd zijn.
Spr. moet daarom aanhouding van dit voorstel ten zeerste
ontraden.
Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat het hier een zeer
eenvoudige wijziging van de legesverordening betreft. Voor
particulieren is de hoofdzaak ervan de verhooging van de
rechten voor afgifte van bewijzen van Nederlanderschap en
paspoorten. Tegen de redelijkheid daarvan is weinig in te
brengen. Nu neemt de Koninklijke goedkeuring van de nieu
we verordening ook nog al veel tijd in beslag, zoodat het
voordeel, dat de gemeentekas van de voorgestelde wijziging
kan hebben, veel verminderd wordt, als men de behandeling
nu ook nog gaat uitstellen.
De heer HAALMAN zegt, dat dit voorstel niet, zooals
de heer Van M i e r 1 o beweert, van begin af aan bij de
stukken in de Leeskamer heeft gelegen; het is er eerst in de
laatste dagen bijgevoegd.
Voorts verklaart Spr. het niet met den heer Van Buite
nen eens te zijn, dat de voorgestelde wijziging zoo een
voudig is. Er worden nieuwe legesgelden ingevoerd en be
staande legeskosten verhoogd, in één geval zelfs tot een be
drag van 1200. Spr. acht de zaak dan ook van genoeg
zaam belang om haar nog eens nader te bekijken.