2 FEBRUARI 1934.
13
rusten; de raming van het saldo zal niet worden beschaamd.
Wat de Veemarkt betreft was de aanvoer van runderen
vrij regelmatig, al had in het najaar eenige vermindering
plaats, waartegenover de levering voor de Crisis Rundvee
Centrale meer levendigheid bracht. De aanvoer van allerlei
dieren in totaal liep terug van 10247 tot 8907. Intusschen
zal de bijdrage van de gemeente onder de geraamde blijven.
Nog onlangs hier besproken factoren begunstigen niet de
ontwikkeling van de markt, die men goed zal doen voor lan-
geren termijn haar kans te geven. Aan vlotheid van handel
ontbreekt het er niet. Mogen veehandelaren en boeren, wier
belangen door het marktbezoek worden gediend, die belangen
meer en meer inzien.
Wanneer ik nu nog een enkele mededeeling doe betref
fende de scheepvaart, beeindig ik daarmede mijn vermelding
van cijfers, welke, hoe dor op zich zelf, ten slotte toch het
best weergeven hoe tegenover het vorige tijdperk diverse
instituten onzer gemeente zich hebben gedragen. Het aan
tal binnenkomende vaartuigen bedroeg in 1933 juist 4000,
ruim 400 minder dan in 1932, toen echter grondwerken in het
Belcrumkwartier 300 vaartuigen voor zandvervoer aan
brachten en de vorst niet een stremming van de scheepvaart
gedurende ongeveer drie weken veroorzaakte als in Decem
ber j.l. het geval was. Aan liggelden werd ruim 22.000.—
ontvangen, aan bruggelden 2500.
Alvorens te eindigen zou ik, Mijne Heeren, alsnog eenige
heugelijke en een enkele minder heugelijke gebeurtenis willen
herdenken. Met de laatste bedoel ik de opheffing van de
Gezondheidscommissie. In een plaats als deze, waar men over
een kundige commissie, die zich met toewijding aan haar
taak gaf, mocht beschikken, beteekent die opheffing een ver
lies; voor het Stadsbestuur verdwijnt aldus een goede bron
van adviezen; voor de maatschappelijke verzorging van
hygiënische belangen en de ontwikkeling van het particulier
initiatief ten deze beduidt de opheffing evenzeer een gemis.
Een woord van hartelijke waardeering voor dezen belange-