14 2 FEBRUARI 1934. loos gegeven arbeid moge ook bij deze gelegenheid tot degenen, die lid der Commissie waren, worden gericht. Als heugelijk gebeuren herinneren wij aan de Willem de Zwijger-herdenking, die op 2 Mei tot een plechtige viering te Breda aanleiding gaf, waarbij de nauwe betrekking tus- schen het Nassausche Huis en onze Stad en dezer bijzondere relatie met de persoon van Prins Willem onder meer werden vastgelegd in een op het Kasteel aangebrachten gedenksteen, onthuld door den Voorzitter van het Nationale Herdenkings comité. Kort daarop mochten wij in de Nieuwe Kerk te Delft het gedenkraam der Baronie aanbieden, een kunstvolle illustratie van bedoelde betrekkingen en van de er onder gebrandschilderde woorden: „Zoo bond Breda's Kasteel Oranje aan Nederland Niet onvermeld mag voorts blijven de inrichting van ons Stedelijk Museum, waarvoor het Bestuur onder de voort varende leiding van Mr E. baron Speyart van Woerden zich zooveel moeite heeft gegeven en die door Uw Raad krachtig werd gesteund. Een ander instituut, dat zeer bijzonder spreekt van belang stelling en liefde voor onze stad, „Breda Vooruit", vierde onder velerlei deelneming zijn jubileum. Denk ik bij dit laatste woord niet vooral aan het 25-jarig secretariaat van den heer Jonkergouw, dat op 31 October j.l. ten Stadhuize tot een hartelijke viering aanleiding gaf? Mijne Heeren, met dezen terugblik over het jaar 1933 moge ik volstaan. Er moge onder meer uit spreken hoe het gemeen tebestuur zich gaarne gesteund ziet door de zich onder de ingezetenen ontwikkelende krachten, welke werkzaam willen zijn tot heil van onze Stad en hare bewoners; aan gemeente en ingezetenen moge in 1934 Gods zegen rijkelijk ten deel vallen. De heer HOUBEN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Namens den Raad zeg ik U dank voor de ons bij Uw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 14