24 APRIL 1934.
173
aan den Wilhelminasingel gecirculeerdeen mèt en een
zonder fietspad. Spr. was en is eigenlijk nog geen voor
stander van den aanleg van een fietspad ter plaatsehij
voelt meer voor het verbreeden van den rijweg. Dit had
kunnen gebeuren door het gazon te laten vervallen. Uit
voering van dit plan bleek bij onderzoek te duur. Daarbij
komt, dat de weg later toch geheel moet worden omgebouwd,
zoodat er dan 10 mille zouden zijn weggegooid. Burge
meester en Wethouders zijn daarom met het voorstel
gekomen, dat Spr. thans hier verdedigt, alhoewel hij, zooals
gezegd, geen voorstander is van een fietspad aldaar, aan
gezien het vooral 's avonds aanleiding kan geven tot
ongelukken. Afdoende is dit voorstel dan ook niet.
Den heer Van Keep antwoordt Spr., dat het geenszins
in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders heeft
gelegen om de Bouwcommissie te passeeren. Burgemeester
en Wethouders meenden echter, dat dit voorstel de voor
keur verdiende boven het door de Bouwcommissie gead
viseerde.
Het denkbeeld van den heer Venker, om de neutrale
strook tusschen fietspad en rijweg te verharden, moet Spr.
sterk ontradendie strook moet „niemandsland" blijven
verhardt men haar, dan wordt zij toch bereden. Misschien
zou het aanbeveling verdienen hier en daar witte paaltjes
op die strook te plaatsen dit zal echter nog nader worden
bekeken.
Aan de door den heer Van Arendonk gewenschte
afronding van den scherpen hoek bij den Watertoren zal
de noodige aandacht worden gewijd.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heer VAN KEEP wenscht aanteekening in de notulen,
dat hij tegen dit voorstel is, omdat daarin z. i. een groote
technische fout schuilt.