24 APRIL 1934 188 .Gezien dat bezwaar uit de practijk komt het ons juister „voor de hoeveelheden steeds naar 10 K.G. te blijven „afronden echter aldus, dat hoeveelheden beneden 5 K.G. „worden verwaarloosd en 5 K.G. en daarboven voor „10 K.G. worden gerekend. Iemand met 12 K.G. betaalt „dus voor 10, iemand met 18 K.G. voor 20 K.G. Aan genomen mag worden, dat de tegemoetkoming aan den „eenen kant den zwaarderen last aan den anderen kant in „doorsnee zal opheffen. „Wij stellen derhalve voor, in overeenstemming met de „slachthuiscommissie, het tweede lid van artikel 4 als volgt „te lezen „Voor het enkel keuren van ingevoerd en in beslag „genomen vleesch f 0.30 per 10 K.G., waarbij hoeveel- „heden beneden 5 K.G. worden verwaarloosd en hoeveel- „heden van 5 K.G. tot 10 K.G. voor 10 K.G. worden „gerekend", een en ander met dien verstande, dat indien „het vleesch wordt ingevoerd als geslacht geheel dier, de „onder a, b, c, of d, aangegeven bedragen, worden geheven. „Tegen de mogelijke opmerking, dat alsdan voor b.v. „4 K.G. niets behoeft te worden betaald, kan worden „ingebracht, dat hoeveelheden beneden 5 K.G. reeds volgens „de Vleeschkeuringswet vrij van keurloon zijn. „In bovenstaande redactie zijn ingelascht de woorden: „in „beslag genomen". Het komt n 1. voor, dat frauduleus „geslacht vee in beslag wordt genomen en voor rekening „van den overtreder op de vrijbank verkocht. Tevoren „moet het dan worden gekeurd. Tot heden bestond er geen „bepaling, die de hoogte van dit keurloon vaststelde. Wij „stellen voor dit keurloon gelijk te stellen met dat van „ingevoerd vleesch. „3°. Door zijn amendement betreffende artikel 6, 2de lid, „tracht de heer Haaiman te bereiken, dat vetsmelters „spoediger van een goedkooper tarief kunnen profiteeren. „In overeenstemming met de slachthuiscommissie meenen „wij aanneming van dit amendement te moeten ontraden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 188